Blog
Door Fanuael Hailemariam, vrijwilliger in de Kweektuin
 

Ik ben een professionele journalist met uitgebreide ervaring in het verslaan van sociale kwesties. Als vluchtelingjournalist in Nederland blijf ik mijn passie voor journalistiek en fotografie nastreven, met een focus op milieukwesties, gemeenschapsprojecten en persvrijheid.
Sinds 27 oktober 2023 werk ik als vrijwilliger bij Kweek Tuin in Haarlem, waar ik bijdraag aan tuinieren, planten en gemeenschapsactiviteiten. Mijn toewijding aan deze projecten stelt me in staat mijn journalistieke vaardigheden te combineren met mijn liefde voor de natuur.

 

THE SILENT GARDEN INVADERS

Unveiling the hidden threat in a tranquil paradise
18 Juli 2024

Maize and lettuce in the Kweektuin/ Maïs en sla in de Kweektuin.
Foto: Fanuael Hailemariam

It was a warm, sunny morning as usual, and today, like every other day, I was heading to do volunteer work at the Kweektuin in Gemeente Haarlem. Time flies; I’ve been volunteering here for nine months now. The garden, a serene oasis of vibrant fruits and flowers, feels like a slice of paradise.
The melodious singing of small birds fills the air, creating a soothing soundtrack for the bustling activity.
Seeing children with their parents exploring the garden adds a special warmth to the atmosphere, making me feel truly happy. As I strolled through the picturesque rows of plants, something caught my eye -a mysterious trail glistening in the early light. Following the trail, I uncovered the  hidden menace of the garden: the humble yet destructive garden slug,
These stealthy invaders thrive in wet and  humid conditions, and their presence can turn our horticultural haven into a battleground.
Over the next few weeks, I observed these nocturnal marauders closely, capturing their every move with my camera. Slugs, with their elongated, slimy bodies, navigate effortlessly through gardens. Their soft, flexible forms can contract and flatten to squeeze through the tightest spaces,
These creatures are notorious for their insatiable appetites, feasting on a variety of plants and leaving behind large, irregular holes in leaves, stems, and flowers. The sight of tender seedlings devoured overnight was disheartening. Their damage is particularly severe during wet seasons or in gardens with high moisture levels, making them a persistent threat to our horticultural dreams.

Silent destroyer: The slug in action/ De stille vernietiger: de naaktslak in actie. 
Foto: Fanuael Hailemariam

Determined to protect our green sanctuary, our team set out to devise strategies to prevent slug damage. We began arming ourselves with knowledge and tactics to shield our plants. Through experimentation, we discovered that creating barriers using organic mulches like straw, leaf mulch, or grass clippings can deter these pests. Managing slug populations requires a combination of strategies. By integrating barriers, natural predators, resistant plants, appropriate mulching, proper watering practices, and physical removal, we can effectively, safeguard our garden.
The battle against slugs is ongoing, but with these integrated pest management techniques, it’s a fight we can win. I felt a renewed appreciation for the delicate balance of nature and the importance of vigilant garden care.
Reflecting on my nine months at Kweektuin Haarlem, I feel a deep sense of accomplishment. Volunteering with the Thursday group has been a rewarding experience, filled with learning and growth.

 

DE STILLE INDRINGERS VAN DE TUIN

Onthulling van de verborgen dreiging in een rustig paradijs
18 juli 2024

Het was zoals gewoonlijk een warme, zonnige ochtend en vandaag ging ik, net als elke andere dag, vrijwilligerswerk doen in de Kweektuin in Gemeente Haarlem. De tijd vliegt; Ik doe hier nu negen maanden vrijwilligerswerk. De tuin, een serene oase van levendig fruit en bloemen, voelt als een stukje paradijs. Het melodieuze gezang van kleine vogels vult de lucht en creëert een rustgevende soundtrack voor de bruisende activiteit. Het zien van kinderen met hun ouders die de tuin verkennen, voegt een speciale warmte toe aan de sfeer, waardoor ik me echt gelukkig voel. Terwijl ik door de pittoreske rijen planten wandelde, viel mijn oog op iets – een mysterieus spoor dat glinsterde in het vroege licht. Door het spoor te volgend, ontdekte ik de verborgen dreiging van de tuin: de nederige maar destructieve tuinslak.

Deze sluipende indringers gedijen goed in natte en vochtige omstandigheden, en hun aanwezigheid kan ons tuinbouwparadijs in een slagveld veranderen. In de daaropvolgende weken observeerde ik deze nachtelijke plunderaars van dichtbij en legde ik elke beweging vast met mijn camera. Naaktslakken, met hun langwerpige, slijmerige lichamen, navigeren moeiteloos door tuinen. Hun zachte, flexibele vormen kunnen samentrekken en plat worden om zich door de krapste ruimtes te persen. Deze wezens zijn berucht om hun onverzadigbare eetlust, waarbij ze zich tegoed doen aan een verscheidenheid aan planten en grote, onregelmatige gaten achterlaten in bladeren, stengels en bloemen. De aanblik van malse zaailingen die ‘s nachts werden verslonden, was ontmoedigend. Hun schade is vooral ernstig tijdens natte seizoenen of in tuinen met een hoog vochtgehalte, waardoor ze een aanhoudende bedreiging vormen voor onze tuinbouwdromen.

Vastbesloten om ons groene heiligdom te beschermen, ging ons team op zoek naar strategieën om schade door slakken te voorkomen. We begonnen ons te bewapenen met kennis en tactieken om onze planten te beschermen. Door te experimenteren ontdekten we dat het creëren van barrières met behulp van organische mulch zoals stro, bladmulch of gemaaid gras dit ongedierte kan afschrikken. Het beheren van slakkenpopulaties vereist een combinatie van strategieën. Door barrières, natuurlijke vijanden, resistente planten, geschikt mulchen, de juiste watergiftpraktijken en fysieke verwijdering te integreren, kunnen we onze tuin effectief beschermen.
De strijd tegen slakken is aan de gang, maar met deze geïntegreerde plaagbestrijdingstechnieken is het een strijd die we kunnen winnen. Ik voelde een hernieuwde waardering voor het delicate evenwicht van de natuur en het belang van waakzaam tuinonderhoud.
Terugkijkend op mijn negen maanden bij Kweektuin Haarlem, voel ik een diep gevoel van voldoening. Vrijwilligerswerk met de Donderdaggroep is een lonende ervaring geweest, vol leren en groeien.

 

Liesbeth Groot

Een zonnig repaircafé

Het is 10 augustus, de 2e zaterdag van de maand. Dat betekent sinds een paar maanden dat het repaircafé zijn plek heeft op de Haarlemmer Kweektuin.
Het is een prachtige zonnige dag, de tafels van de reparateurs staan buiten.
Als ik aankom is het rustig, logisch want het is volop zomervakantie, en het is nog ruim een half uur voor het einde.
Toch zie ik bij bijna alle tafels beweging, of juist opperste concentratie.

               

Ik schuif aan bij een tafel waar Rob en Florien tegenover elkaar zitten. Tussen hen in de ‘patiënt” van Florien, een tostiapparaat.
Ja, lacht ze, ik wilde hem gebruiken maar hij deed het niet. Bij nadere inspectie bleek dat het snoer gekneld zat in het apparaat, en voor een stuk was gesmolten. Kennelijk nog warm weggezet en tja, dat krijg je dan.

                                               

Ze had het apparaat zelf thuis al opengemaakt, maar zag dat voor een nieuw leven toch wat meer vakkundigheid voor nodig was. Rob is het eens met haar diagnose. “Ik vrees wel dat je snoer nu wat korter wordt” “Oh geeft niet hoor!” De sfeer is gemoedelijk, Anne Marijn, vrijwilligster bij de Kweektuin, komt langs en vraagt of we koffie willen. Wat een service!

                                              

Ik vraag aan Florien hoe ze wist dat het repaircafé hier is. Ze denkt even na en zegt dan: ik woon hier in de buurt, en ik zag de banner aan het hek hangen. Wel jammer dat het maar 1 keer per maand is, maar ik vind het wel fijn dat zo’n apparaat weer zou kunnen werken als dit lukt.

                          

Florien kijkt vol afgunst naar het bakje met knopjes, schroefjes, moertjes en wat dies meer zij op tafel. Het blijkt van de buurman een tafel verder.
“Heel fijn dat u dit allemaal heeft. Thuis heb ik geen krimpkousjes.”
Ik kijk op: Wat voor kousjes? Rob legt het uit. “Het kousje gaat om de nieuwe verbinding en maakt het daardoor veilig. Het krimpen gebeurt door verwarming. Geef me die aansteker ns aan”. Kijk, het werkt.
Terwijl Rob in de weer is vraag ik hem hoe hij als reparateur hier terecht is gekomen. “Ik ben vorig jaar gestopt met werken, maar ik wilde nog wel wat doen. Toen heb ik gegoogeld en vond de oproep van de Haarlemmer Kweektuin voor reparateurs voor het repaircafé. Ik was servicemonteur bij groot keukentechniek, dus apparatuur voor de horeca en bedrijven en zo.” Dit is zijn derde keer en het bevalt hem goed.

                                        

Terwijl Rob aan het werk is kijk ik om me heen. De buurman van het wonderdoosje heeft geen klanten meer, achter ons is een dame aan een naaimachine bezig. Naast haar staat een man die zijn naaimachine aan het opruimen is, hij is ook gespecialiseerd in het opknappen van knuffels en ander speelgoed.
Een jong stel brengt een broekje van hun zoontje met een gaatje erin. De man haalt zijn naaimachine weer uit zijn doos en maakt snel met een aantal steken het gat weer dicht. Als ik een foto wil maken roept hij: dat is niet mijn netste werk hoor, het ging even snel!! Maar kijkt u zelf maar: ziet u het in één oogopslag? Het allerbelangrijkst is dat het broekje weer lekker aan kan.

Rob vertelt dat hij een vorige keer ook een tostiapparaat op zijn tafel kreeg. De inbrenger rook elke keer bij het maken van een tosti een rare schroeilucht. Rob maakte het apparaat open en het euvel was ….: een dooie muis. Rob lacht, “Stiekem dacht ik: hoe vaak zou deze meneer een tosti met stukjes verschroeid muizenhaar hebben gegeten?”
De inbrenger wilde het apparaat dan ook niet meer mee naar huis nemen.
Minuten later schroeft Rob het (muisloze) tostiapparaat van Florien weer in elkaar. Nog even een kleine verwarring: “Hier heb ik er maar drie van”, zegt Florien. Het zijn de aftopdopjes voor aan de onderkant. Heeft u die niet toevallig in die wonderdoos van u zitten, vraagt ze aan de buurman. Maar met drie staat hij ook recht en: Florien heeft een werkend tostiapparaat. Als later het aanknopje brandt heft ze haar armen juichend in de lucht. “Ik ben dankbaar en blij!”
Wilt u ook een kapot apparaat, kledingstuk of fiets een tweede kans geven? Elke 2e zaterdag van de maand is het repaircafé in de Kweektuin.
Voor meer informatie: https://www.repaircafe.org

Liesbeth Groot

Sas de Vries

Hoe kwam je hier terecht?

Saskia de Vries wacht me op in haar atelier in de ‘winkelstraat’ in de kas.
Ze is bezig aan een maatwerk project. Een leren tas, met een bijzondere gouden stempel erop. De klant heeft de afbeelding geleverd en Saskia heeft de stempel laten maken.
Het ziet er mooi uit: een afbeelding van een Mariafiguur. Goud op zwart.
Saskia zit sinds een aantal maanden in haar tweede locatie in de Kas. Haar eerste locatie was wat nu het wolwinkeltje Pluche is.
Drie jaar zit ze nu in de Kas van de Kweektuin. Ze ontdekte de plek toen ze hier met haar oudste kind naartoe ging om te spelen in de Paddepoel, en koffie te drinken met andere moeders. Toen waren er nog niet zoveel ondernemers als nu: alleen kweekdesign en de vorige kapster Jolien zaten er nog.

Switch van neuropsycholoog naar leerbewerker

Saskia was voorheen neuropsycholoog en had een baan in het Alzheimercenter in de VU. Toen een mogelijkheid tot doorstromen naar een promotie plek zich aandiende, ging ze serieus nadenken over haar toekomst. Ze dacht: nee, ik wil veel liever creatief met mijn handen bezig zijn.
Niet heel lang daarvoor had ze namelijk een aantal cursussen gevolgd in het maken van tassen van leer. Deze werden gegeven door een voormalig antropoloog die omgeschoold was tot schoenmaker. Het besef drong tot haar door dat zij natuurlijk ook gewoon een switch kon maken. Ze wilde altijd al iets anders, maar dit was net het duwtje wat ze nodig had om haar ontslag te kunnen indienen. Een beetje impulsief misschien, lacht ze, maar inmiddels is ze al 9 jaar ondernemer en is het helemaal goed gekomen.

Liefde voor het ambacht

Op mijn vraag of ze altijd al een voorliefde voor tassen had, merkt ze op dat het maken van een tas een leuke mix is tussen iets wat mooi moet zijn, maar ook functioneel. Daarnaast kan ik er veel ambachtelijke technieken in kwijt waardoor ik steeds verder kom in het ambacht.

Dat had ik in het begin niet verwacht, ik wilde gewoon dingen maken, maar nu merk ik dat er zoveel traditionele technieken in zitten en hoeveel kanten je ermee op kunt.
Want naast tassen maakt ze allerlei dingen voor diverse klanten. Van leer. Zoals een grote poef met een riem eromheen voor een bedrijf dat interieurs ontwerpt voor luxe jachten. Een armleuning voor een bestuurdersstoel op zo’n jacht. Een wandbekleding voor een bedrijf, een leren tafelkleed of een tochtgordijn voor een horecagelegenheid.

Veel technieken zijn nog net zoals vroeger, bijvoorbeeld het handstikken en het polijsten met bijenwas. Het handstikken doet ze het liefst, maar aangezien dit een tijdrovende bezigheid is, maakt ze ook veel producten met de naaimachine.

Een project voor cursussen voor traditionele leerbewerkingstechnieken is bijna afgerond: in een samenwerking met een leerwinkel gaat ze online meerdaagse cursussen geven. Het leer komt in een pakket van de leerwinkel en de cursussen zijn dan online te volgen middels een video waarin zij lesgeeft.

Research naar duurzaam leer

Of ze al met duurzaamheid bezig was voordat ze op deze plek terecht kwam beaamt ze: jazeker, ik werk eigenlijk alleen met leer dat aan mijn specifieke eisen voldoet. Het is leer van biologische koeien en plantaardig gelooid leer. Ze koopt leer van looierijen in Europa waarvan ze weet dat ze bijvoorbeeld circulair met het water omgaan dat voor de processen nodig is.
Het uitzoeken met welke leerleverancier ze wil werken was een hele uitdaging. Het is soms heel irritant om zoveel tijd te steken in deze research, maar ze heeft een visie en een filosofie van duurzaam leer en daar staat ze achter.

Vegan? Dat is gewoon plastic met een mooie marketing erachter

Op mijn vraag of mensen wel eens naar vegan leer vragen zegt ze: Ja dat is wel eens zo, maar ik ben na alle research die ik gedaan heb tot de conclusie gekomen dat plantaardig gelooid leer van al dan niet biologische koeien het meest duurzame product is.
Vroeger had nepleer een connotatie van goedkoop, maar sinds het nu vegan heet, en met slimme marketing aan de man gebracht wordt, is het populair. Het is niet duurzaam, maar het is wel diervrij. Dat wel.
Als je uit wilt gaan van de meest duurzame keuze is leer het allerbeste. Het is een restproduct van vlees, en het is echt niet zo dat er minder vlees gegeten wordt. Juist meer, dus dat leer dat is er. Waarom zou je het dan niet gebruiken? Het voelt heel raar om leer (dat gewoon vergaat) te vernietigen en in plaats daarvan een plastic alternatief te maken.

Ik neem afscheid en ben dankbaar voor al deze informatie: ik zal voortaan geen vegan schoenen meer kopen, maar de focus leggen op plantaardig gelooid leer. Als ik iets geleerd heb van Saskia, dan is het dat duurzaam werken (en leven) research vergt en een zekere instelling. Het is niet gemakkelijk, maar het geeft wel veel voldoening.

Liesbeth Groot

Pluche wol en garens

Eind oktober bezoek ik Myrthe in haar nieuwe wolwinkel. Het natte koude seizoen breekt aan, mensen gaan weer meer binnen zitten. Wat dat betreft is dit het beste seizoen voor een wolwinkel, beaamt Myrthe. Ze krijgt het steeds drukker. Zelfs uit Rotterdam kwamen er laatst fans. Mensen die haar al kennen van haar webshop. De gang van webshop naar een echte winkel was de laatste stap in het bouwen aan haar droom: iets doen met haar hobby haken en breien. Handwerken werd met de paplepel ingegoten, haar oma was dol op borduren en punniken en haar moeder op haken en breien.
In de winkel hangt nu een mooi borduurwerk van oma, een bellenkoord met geborduurde vogeltjes. Thuis lag het maar in een doos, maar in de winkel zag ze een plek waar het “precies goed hangt”. Wat er natuurlijk ook hangt in de winkel is wol, een aantal verschillende soorten in prachtige kleuren. Myrthe staat hier alsof ze dit al jaren doet, maar schijn bedriegt. Ze zit hier pas twee maanden.

Van kunsthistoricus naar Webshop

Eigenlijk is corona de opmaat geweest naar de eerste stap van haar droom: een webshop met wol. Tijdens corona viel haar baan als kunsthistoricus weg, ze zat met bijstand thuis. Myrthe vertelt: je brein gaat werken: waar is het plezier, waar ben ik goed in? Dus toen heeft ze van haar hobby haar werk gemaakt. Haar zus was in verwachting, een gehaakt knuffelkonijn was het eerste project dat ze om handen had. Het idee voor een wol-webshop was de volgende ‘geboorte’. Myrthe vertelt: “Ik wilde meer regie hebben op mijn werk, omdat je als kunsthistoricus een tentoonstelling opbouwt, maar nooit ziet wat de bezoekers ervan vinden, dan is jouw rol al klaar. Alles helemaal zelf doen was dus nieuw voor me. Ik heb bijvoorbeeld een jaar de tijd genomen om duurzame wol te vinden. Wat is precies duurzame wol? Met de onderzoekende mindset van kunsthistoricus ben ik ook de duurzame wol gaan benaderen: welke materialen heb ik dannodig, wat houdt zo’n GOTS (Global Organic Textile Standard) keurmerk dan in, welke merken zijn er allemaal, welke selectie maak ik dan. Ik heb heel veel proef gehaakt en gebreidin die periode!” Haar favoriete wol is erg duurzaam, het is gemaakt op een boerderij in Yorkshire waar in een straal van 50 km het eindproduct wordt vervaardigd, van ‘schaap – naar – wol’. “Deze ruikt ook nog naar schaap”, lacht ze.

Van Webshop naar wolwinkel in de Kweektuin

Afgelopen zomer kwam daar de kans om een plekje te huren in de Kweektuin. De nieuwe plek kreeg een afsluitbare glazen pui, want wol moet een constante temperatuur hebben, en het blijft toch een winkel, met spullen. Het mooiste van een winkel hebben is wel het één op één contact met de klanten. Ze legt ze uit met welke wol je het beste kunt gebruiken, en helpt desgevraagd ook bij projecten die wel een duwtje kunnen gebruiken. “De handwerkclub die ik geïnitieerd heb hier in de kweektuin is ook zo leuk, daar merk je ook weer hoe handwerken verbindt. Het is 1 keer in de twee weken in het kweekcafé, kopje koffie erbij, kletsen, en samen handwerken. Het is een clubje gelijkgestemden, heel gezellig! Soms is het kletsen met elkaar zo leuk dat je niet aan handwerken toe komt.” Vorige week trouwens had ze een mijlpaal: 1000 volgers op Insta, en dat terwijl ze pas twee maanden open is! Google en Insta zijn broodnodig voor een ondernemer tegenwoordig. Ze staat nu nog quitte, qua brood is het nog niet genoeg, daar zorgt haar baan als kunsthistoricus bij het Noord Hollands Archief nog voor.

Brei- of haak tutorials?

Nee, Myrthe geeft geen tutorials op haar site of in de winkel. Wel heeft ze een samenwerkingmet een andere brei-enthousiasteling die een ‘breicampus’ heeft op haar site. Als klant van Pluche krijg je korting op de breicampus en als lid van de breicampus krijg je weer korting op de wol van Myrthe. “Straks als het Groene Raadhuis* af is, ga ik ook nog meer workshops of lessen organiseren. Ik maak dan bijvoorbeeld een pakket met alle benodigdheden, en organiseer een workshop
(met een andere begeleider, ik ben denk ik niet zo goed in lesgeven) waarin je leert hoe je dit brei- of haakproject maakt.

Blij

Tot slot zegt Myrthe: “juist die combi van een wolwinkel met spullen die je kunt kopen voor een workshop, met een plek om te maken om de hoek, en het handwerkcafé hier dat zo verbindt, daar word ik blij van. En dan denk ik: ik doe wel iets goed!” En zo is het: de Kweektuin is een prettige wolwinkel rijker, met prachtige wol en een gepassioneerde eigenaresse! Vol plannen om misschien toch wel weer te gaan haken of breien verlaat ik Pluche en Myrthe.

*Het Groene Raadhuis is een huisvormige ruimte in de kweekkas, waar workshops en lezingen georganiseerd kunnen (gaan) worden die te maken hebben met duurzaamheid of circulariteit. Het is een project van het Duurzaamheidsloket in samenwerking met de gemeente.

NB: Pluche is open op vrijdag en zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur.

Tussen de kokedama’s in de Kweektuin

‘De natuur is als een moeder voor ons’

Tekst en foto’s: Johanna Hoogendam

Een Wunderkammer: daar lijkt het tiny office van Vitaal Architectuur en Vital-Mind in de Haarlemmer Kweektuin nog het meest op. Tussen kokedama-hangplanten en mospanelen staan vitrinekasten vol bizar mooie creaties van droogbloemen en mycelium. In het midden van de ruimte, op een vrolijk Zuid-Amerikaans tapijt, staat de werktafel van Gabriela Dalhoeven Telleria. De van oorsprong Boliviaanse architect deelt het tijdelijk met haar stagiaire Julie Lauricella, een architectuurstudente uit Marseille.

Geodome
De twee zijn opgetogen, want komen net terug van een interessante bespreking. Ze hebben een driehoekige mal besteld waarmee ze een ‘geodome’ gaan bouwen tijdens het Bio Vitaal Festival op 8 en 9 juli. De architecte pakt er een bouwtekening bij, erop is een iglo te zien, gevormd van driehoeken. “Het huis van de toekomst,” presenteert Gabriela trots. “Warmte blijft binnen, wind glijdt erlangs en met één enkele opening in het midden van het ronde dak zorg je voor een zee van licht.

Boombast
Terwijl ze vertelt, torent boven haar uit een metershoog kunstwerk, gemaakt van boombast, hout, bladeren en andere natuurvondsten. Het stelt Pachamama voor, Moeder Aarde. “Ik woon al vijfentwintig jaar in Nederland, maar waar ik vandaan kom, eren we Moeder Aarde bij alles wat we doen,” glimlacht Gabriela. “Ook bij het bouwen van een huis brengen we een offer. Dan strooien we snoep en bloemen en sprenkelen wijndruppels over de grond.”


Inca-volk
Ze stamt af van de Aymara’s, een Inca-volk dat de relatie met de voor hen heilige natuur tot op de dag van vandaag in ere houdt. Tijdens Gabriela’s studietijd, eerst in Odessa, later in Barcelona, zag ze de teloorgang van die ooit zo vanzelfsprekende samenwerking van de mens en zijn natuurlijke omgeving. “De aarde wordt door ons verwond, en we beseffen te weinig dat dit ook óns bedreigt.” Zo ontwikkelde ze een missie: “Hoe brengen we de natuur terug in onze menselijke omgeving? Daar richt ik me op als Cradle-to-Cradle architect. Vanuit de Haarlemmer Kweektuin.”


Slakkenhuis
3,8 biljoen jaar evolutie heeft ongelooflijk verfijnde ontwerpen opgeleverd, waarbij alles een functie heeft, vertelt Gabriela. “Alles in de natuur is perfect en proportioneel: hoe takken en bladeren groeien, hoe een slakkenhuis zich krult om zijn bewoner. Zouden wij als mensen dan weer opnieuw het wiel uitvinden? Ik denk dat we er verstandiger aan doen naar de natuur te kijken bij de ontwerpen die we maken. In de huizen die we bouwen. In hoe we die huizen inrichten.”


Rij van Fibonacci
Ze houdt zich bezig met duurzaamheid, circulariteit en biophilic design (bio=leven en philic=liefde). Daarnaast is ze een aanhanger van biomimicry: het toepassen van principes uit de natuur bij het ontwerpen van menselijke gebruiksvoorwerpen. Zoals de gulden snede en de Rij van Fibonacci, wiskundige principes die voor harmonie en orde zorgen in de natuur. “Jaren geleden promoveerde ik op de kathedraal Sagrada Família van architect Gaudí, een bouwmeester die als geen ander rekende met de natuurkrachten. Zoals de zwaartekracht: gratis en voor niets op aarde aanwezig. Het is verbazingwekkend wat we met deze ‘natuur-kunde’ kunnen doen.”

Levenskracht
Van een egocentrisme naar een kosmos-centrisme en je opnieuw over natuur verwonderen: daarin ligt de oplossing voor de klimaatcrisis waarin we ons bevinden, denkt ze. “Kijk,” zegt ze, “een Japanse kokedama hangt niet voor niets op ooghoogte. Ga een uur zitten tegenover zo’n plant en verbaas je over de levenskracht die erin zit. Je verbeeldingskracht wordt gestimuleerd en op die manier herstel je je verbinding met de natuurlijke omgeving. Dit maakt dat je er beter voor wilt zorgen. En zo ga je ervaren dat de natuur ook voor óns wil zorgen. Ze is als een moeder voor ons.”


Over Gabriela
Gabriela Dalhoeven Telleria werkt sinds 1993 als architect aan bio-ecologische projecten. Voor OMA, het architectenbureau van Rem Koolhaas, werkte ze mee aan het Chassé Theater in Breda en de metrorenovatie in Den Haag. Dichter bij huis verzorgde zij de uitbreiding van het gebouw van Alliander aan de Oudeweg.
Gabriela ontwikkelde intussen ook Bio Vital Cement en isolatiemateriaal van mos dat CO2 absorbeert. Zij experimenteert met mycelium voor de geodome. Check haar website of kijk op www.vital-mind.org.

Meer weten over architectuurstudente Julie Lauricella? Bekijk haar Instagram.
Ter info: Vitaal Architectuur en Vital-Mind bevinden zich niet meer op de Haarlemmer Kweektuin.

In yogahouding in de Kweektuin

‘Waar geef je je energie aan?’

Tekst en foto’s: Johanna Hoogendam

“Soms voel ik me net een missionaris,” lacht Anita Tamming van Yoga Innerwork. Ze bedoelt dat het bijna een geloof is dat ze uitdraagt met haar yogaschool, coaching- en trainingscentrum in Huis ter Kleef in de Haarlemmer Kweektuin. In de lichte ontvangstruimte hangen spreuken aan de muur en de schouw is betegeld met afbeeldingen uit Bijbelverhalen. “Van mijn ouders leerde ik naar de Tien Geboden te leven,” glimlacht Anita. Ze wijst op het Boeddhabeeld onder de schouw. “Maar ook het Achtvoudig pad heb ik omarmd.”

Alles is liefde
Beide levensovertuigingen – christendom en boeddhisme – komen voort uit liefde, weet Anita. Een liefde die zich in haar yoga- en trainingscentrum manifesteert als “duurzaam voor jezelf zorgen, en voor de wereld.” Vanuit de gedachte dat de mens onderdeel is van de natuur, worden cursisten hier bewust gemaakt van de keuzes die ze maken. “Heel concreet gaat het dan om: hoe voed je jezelf duurzaam? Hoeveel rust neem je? Waar geef je je energie aan?”

 

Blote voeten
In de grote zaal achterin het gebouw liggen cursisten op matjes tijdens een masterclass Restorative Yoga. De docente, overgekomen uit Costa Rica, glipt net even naar buiten: op blote voeten fladdert ze door de lange gang. Zoals zij, zijn er negentien nationale en internationale yogadocenten die lesgeven bij Yoga Innerwork, vertelt Anita. “Elke ochtend en avond zijn we open. Zeven dagen, vijftig lessen per week.” Daaromheen geven nog eens dertig spirituele trainers, natuurartsen en coaches hier sessies aan particulieren en bedrijven. Niet verrassend, want de tijd is rijp voor meer bewustzijn, denkt Anita. “De jonge generatie wil meer in harmonie leven met de eigen natuur en de natuur om ons heen.”

Joggingbroek
Anita zelf maakt intussen de indruk volkomen zen te blijven onder haar managementtaken. “Ik doe vooral waar ik goed in ben,” zegt ze bescheiden. “En ik heb hulp.” 25 jaar geleden viel ze voor yoga omdat het haar rustig maakte: “Gewoon op een zolderkamer, in joggingbroek, volgde ik mijn eerste lessen.” In de jaren daarna werd yoga hip and happening. “Maar de essentie blijft de innerlijke beweging die yoga in gang kan zetten. Die beweging, daar gaat het om bij ons.”

‘Oude kerk’
Tijdens een Vision Quest vijftien jaar geleden zag Anita een beeld voor zich van een ‘oude kerk’ waarin ze mensen zou inspireren tot persoonlijke ontwikkeling. “In 2017 kwam ik in de Kweektuin terecht, in dit eeuwenoude Huis ter Kleef, ook wel ‘het huis met het torentje’ genoemd. Pas jaren later realiseerde ik me dat mijn visioen werkelijkheid was geworden. Niet in een kerk, wél in een oud gebouw met een toren!”

Uitgebalanceerd
Intussen schreef Anita een boek, ‘De leider ben je zelf’, waarin ze handvatten geeft voor een uitgebalanceerd leven. Haar ouders, achterin de tachtig, kwamen naar de boekpresentatie, super trots. “Zij vinden het geweldig dat ik mensen help een nieuwe levensbalans te vinden. In ons centrum komen mensen bij elkaar, vinden stilte, inspiratie en reflectie. Ha, in die zin is Huis ter Kleef tóch wel een beetje een kerk.”

Wat vind je bij Anita?
*In Huis ter Kleef volg je yogalessen bij Yoga Innerwork. Kijk hier voor het lesrooster en hoe je je kunt aanmelden.

Ook kun je bij Anita terecht voor Lab voor leiders, haar coaching- en trainingsbedrijf. Kijk hier voor alle mogelijkheden die er zijn, zowel voor particulieren als organisaties.

*Het eeuwenoude en duurzaam gerenoveerde Huis ter Kleef waarin Anita’s centrum is gevestigd, is ook te huur, voor vergaderingen, teambuilding, huwelijks- en afscheidsceremonies. Kijk hier voor meer informatie en foto’s van de verschillende ruimtes

Benieuwd naar Anita’s boek?
‘De leider ben je zelf’ van Anita Tamming beschrijft de mens als multidimensionaal wezen met fysieke, mentale, emotionele en spirituele behoeftes. Het geeft inzicht in het (her)vinden van een levensbalans. Te koop via Bol.com of Lab voor leiders, of stuur een mailtje naar info@labvoorleiders.nl.

Tekst en foto’s: Johanna Hoogendam

Tekst en foto’s: Johanna Hoogendam

Een vrijdagmiddag in de Kweektuin

‘Wij nemen de tijd voor duurzaamheid’  

Wanneer ze begonnen zijn met het Duurzaamheidsloket? John van Oossanen, Juan Nibbelink en Michiel de Ruiter kijken elkaar vragend aan. “In 2017 of 2018?” klinkt het aarzelend. Hun collega, Jan Tjemme van Wieringen, in het dagelijks leven onderzoeker bij Milieu Centraal, zou het wel weten, maar hij is deze middag verhinderd. John kijkt op zijn horloge, het is vier uur: tijd voor een biertje. Terwijl de laatste cliënt van het duurzaamheidsloket haar jas aantrekt, neemt John de bestelling op bij zijn collega’s. Het Kweekcafé is vlakbij.

Voor Haarlemmers
Elke vrijdagmiddag, vanaf één uur, bemannen John, Juan, Michiel en Jan Tjemme een gratis duurzaamheids-inloopspreekuur in de Haarlemmer Kweektuin. “Niet namens de gemeente, maar als ervaringsdeskundigen op het gebied van duurzaamheid, circulariteit en groen. We geven advies. Gewoon van Haarlemmer naar Haarlemmer.”
Daarvoor nemen de mannen alle tijd, ook al vinden ze eigenlijk dat er geen tijd te verliezen is. “Er móet gewoon iets gebeuren. De overheid doet te weinig. Het gaat niet snel genoeg.”

Kaf van het koren
John, gepensioneerd, kan zich daar elke keer dat hij de krant leest boos om maken. “De traagheid in besluitvorming, de sterke landelijke lobby’s tegen vergroening. Mijn generatie heeft deze wereld naar de klote – pardon – geholpen. Hoe moet ik dat uitleggen aan mijn kinderen en kleinkinderen?”
Die onvrede vertaalt het duurzaamheidsloket in daadkracht: “We scheppen licht in het woud van leveranciers en mogelijkheden.” Daarbij is het loket niet gebonden aan specifieke fabrikanten of vakmensen. “Wel weten we het kaf van het koren te scheiden voor onze cliënten. We hebben in de loop der jaren veel kennis opgebouwd.”

Eigen expertise
“Hoe breng ik mijn energieverbruik omlaag?” was afgelopen winter een van de meest gestelde vragen. Maar ook: “Ik heb twee offertes voor zonnepanelen, een van twaalf- en een van zesduizend euro. Waar ligt dat aan?” Juan, John, Michiel en Jan Tjemme kijken mee, ieder vanuit hun eigen expertise. Die bouwden ze niet alleen op doordat ze hun eigen huizen de afgelopen jaren grondig verduurzaamden. Ook hun werkervaring en uitgebreide netwerk brengen ze mee.

Huis, tuin of auto
Zo is Juan in het dagelijks leven circulair ontwerper en betrokken bij duurzame bouw-initiatieven zoals Cirkelstad. Hij weet alles over hergebruik en ecologisch verantwoorde bouwmaterialen. John werkte zijn leven lang bij verschillende banken, hij rekent offertes door en berekent wat je bespaart als je kiest voor zonnepanelen of dakisolatie. Michiel is duurzame stadsboer, en richtte onder andere een zonnepanelen-coöperatie op in zijn woonwijk in Haarlem-Noord. Jan Tjemme kent vanuit Milieu Centraal alle nieuwe technologische ontwikkelingen. Samen zijn ze van onschatbare waarde voor elke inwoner van de stad die een vraag heeft over verduurzaming van huis, tuin of auto.

Bouwtekening
Met een kop koffie of thee in de hand krijgen Haarlemmers advies op maat van deze mannen. Na afloop wordt alle informatie nog eens netjes op de mail nagestuurd. “Vaak komen mensen nog een tweede of derde keer terug,” vertelt Michiel, “en dat stimuleren we ook. Heb je de eerste stap gezet en krijg je een offerte of bouwtekening binnen? Laat die dan ook nog even zien. We kijken graag weer met je mee.”

Eigen paviljoen
Over een tijdje bouwen John, Juan, Michiel en Jan Tjemme met subsidie van de gemeente een circulair paviljoen in de Kweekstraat. Daar kunnen duurzame initiatieven plaatsvinden en kennis gedeeld worden: “En kunnen we eindelijk alle materialen tentoonstellen,” vertelt Michiel, “zoals dit, moet je voelen.” Op tafel ligt een witte mat, een beetje bobbelig, maar aaizacht. “Dit is gemaakt van mycelium, het schimmeldraden-netwerk onder paddenstoelen,” vertelt Juan triomfantelijk. “Perfect isolatiemateriaal. Puur natuur, maar bijna niemand kent het.”

Nóg niet, als het aan John, Juan, Michel en Jan Tjemme ligt. “We zijn nog lang niet uitgeadviseerd.”

Ook een vraag voor het Duurzaamheidsloket?
Elke vrijdagmiddag tussen 13.00 en 16.00 uur zitten Juan, John, Michiel en Jan Tjemme klaar met gratis advies. Je vindt het Duurzaamheidsloket in de Kweekstraat, in de kas waar ook het Kweekcafé is gevestigd, in de Haarlemmer Kweektuin. Kijk hier voor nog meer info (link naar https://haarlem.nl/doetduurzaam/gratis-advies-bij-het-duurzaamheidsloket)

Paviljoen Het groene raadhuis
Heb je behoefte aan een groene werkplek of vergaderruimte? Wil je een duurzaam event of lezing/festival/filmvertoning/expositie over een eco-onderwerp organiseren? Het paviljoen van het Duurzaamheidsloket is vanaf zomer 2023 te huur of te leen voor geïnteresseerden. Het gaat heten: Het groene raadhuis. Mail naar info@groeneraadhuis.nl

Tekst en foto’s: Johanna Hoogendam

Bij de natuurkapper in de Kweektuin

‘Ik houd je een spiegel voor’

Update: De tiny salon van Schaar zoekt haar is een mobiele salon geworden! Joline komt naar je toe voor een knipsessie, maak een afspraak via www.schaarzoekthaar.nl

Het is lekker warm in het tiny house van Schaar Zoekt Haar in de Haarlemmer Kweektuin. Onder de half geloken rieten rolgordijnen zijn de andere duurzame winkeliers in de Kweekstraat te zien. Er is gelach te horen van kinderen uit het Kweekcafé, in de verte blaast de koffiemachine hete lucht in een melkbeker. Uit een hoek van het kleine kappershuisje klinkt meditatiemuziek. De schaar maakt zachte knipgeluiden. Lokken vallen geluidloos op de vloer.

Onder de treurwilg
Joline Klinkenberg (38) is de eerste natuurkapster van Haarlem. Ze gebruikt geen verf of shampoo die schadelijk is voor milieu en haar. Bovendien kunnen klanten bij haar een knipsessie in de buitenlucht boeken. Bijvoorbeeld onder de grote treurwilg achter de kassen in de Kweektuin. Joline: “Daar geknipt worden, met de wind die de overhangende takken streelt, ervaren klanten als een mini-vakantie. Hier beleef je iets heel anders dan wanneer je geknipt wordt in een drukke salon.”

Knipsessie in Stilte
Boek je bij Joline een Knipsessie in Stilte, dan keert de aandacht in de kappersstoel al snel naar binnen. De ogen vallen dicht, in totale overgave. Een spiegel gebruikt Joline dan ook meestal niet tijdens deze stilte-sessies: “De ervaring is zoveel rijker als je als klant het knipproces durft los te laten. Van tevoren spreek ik met je door wat je wilt. Ik geef advies, kijk naar je gezichtsvorm, haar, uitstraling. Ik tune als het ware in op jou. Waar in je leven sta je nu en wat kan je haar daaraan toevoegen?”

Hoofdhuidmassage
Haar benadering is holistisch, en dat is iets heel anders dan ‘een kapsel op iemands hoofd plakken’. Een kleimasker of een hoofdhuidmassage: alles kan. Joline zet therapeutische roomspray in als de knipsessie van start gaat: “Om daarmee een intentie door de ruimte te verspreiden.” De geur geeft een kalmerend signaal af aan de hersenen. Het haar kleurt Joline alleen met plantenkleuring. “Die voedt het haar, versterkt het. Het haar krijgt meer glans en stevigheid.”

Tiny house
Ze zit nu vijf jaar in de Kweektuin met haar natuurkappershuisje. Terugkijkend had ze dat nooit durven dromen: haar beroep uitoefenen in een tiny house in een duurzaam stadspark. Na de kunstacademie, waar ze veel portretten maakte en leerde kijken naar mensen, koos ze voor een kappersopleiding. “Ik wist vrij snel dat ik voor mezelf wilde beginnen. En dat dit op een buitenplek moest zijn, want ik houd van rust en buiten-zijn.”

Intiem
Toen deze kans in de Kweektuin langskwam, greep ze die met beide handen aan. Niet alleen de plek en de werkwijze, ook het intieme van haar privésalon past bij haar. “Ik kan maar een klant tegelijk ontvangen, ik richt me helemaal op hem of haar. Dan krijg je al snel wat dieper gaande gesprekken. En er is ruimte voor stilte. Ik houd je een spiegel voor van jezelf.”


Ook eens naar de natuurkapper?
Maak een afspraak bij Joline voor een plantenkleuring, Knippen in Stilte-, Knippen op Basis van Uitstraling- of een Holistische Knipsessie via Schaar Zoekt Haar.

(De tiny salon van Schaar zoekt haar is een mobiele salon geworden! Joline komt naar je toe voor een knipsessie, maak een afspraak via www.schaarzoekthaar.nl)

Tekst en foto’s: Johanna Hoogendam

‘Ik ben gaan letten op de planten’

Aan het werk met de terreingroep

“Kijk, dit was vroeger een parkeerplaats,” wijst Karin

Schot, coördinator van de terreinwerkgroep van de Haarlemmer Kweektuin. Op de plek waar vroeger auto’s stonden is nu een vijver, met eromheen een ruig natuurspeelterrein voor kinderen uit de buurt. Vanaf de poel zie je het moeras liggen, en pal ervoor ligt een metershoge bladerenhoop die door terreinvrijwilligers bijeen geharkt is. “Dat wordt opgehaald door Spaarnelanden,” vertelt Karin. “Die maken er compost van.”

Goed kijken
Terwijl we een rondje Kweektuin maken staat Karin geregeld stil bij een plant of doorkijkje. Goed kijken is immers een van de gereedschappen bij het groenbeheer, vertelt ze: “Daar begint het mee, want zo ontdek je wat er te doen is.” Als omwonende was ze vanaf het begin, in 2010, betrokken bij het duurzame stadspark de Haarlemmer Kweektuin. “We waren een groep enthousiaste bewoners, zonder veel verstand van groenbeheer,” vertelt ze.

Niet sterk
Gelukkig kregen ze advies, en gereedschap te leen: “Van Natuur en Milieu Educatie (NME), van Landschap Noord-Holland en de KNHM, een netwerk van vrijwillige adviseurs. Samen hebben we onze schouders eronder gezet. Al doende leren we.” De frêle zestiger ziet er niet uit als iemand die zwaar tuinwerk kan doen, maar voor terreinwerk in de Kweektuin hoef je niet per se sterk te zijn, vertelt Karin. “Als je er maar van houdt om in de buitenlucht te werken. Veel van onze vrijwilligers zitten de hele week achter hun beeldscherm en zijn blij als ze even iets anders kunnen doen.”

Takkenril
Als coördinator voelt ze zich verantwoordelijk: “De eerste jaren zag ik overal klussen. Ik heb toen bewust mijn mind-set veranderd. Ik ben gaan letten op de planten en de dieren. Ik wilde leren over biodiversiteit.” De vorig jaar aangelegde takkenril langs het moeras bijvoorbeeld: het blijkt een thuis voor egels, vogels, muizen en insecten. Karin: “Erachter hebben we dit jaar een water-ecopark uitgegraven, niet open voor bezoekers, alleen tijdens rondleidingen. Als ik er een enkele keer kom om wat takken neer te leggen, vliegen er allerlei insecten op en schieten de salamanders voor mijn voeten weg.”

Biotopen
Inmiddels telt de terreinwerkgroep meer dan vijftig vrijwilligers, die in ploegen een groot deel van de Kweektuin onderhouden en elk jaar mooier maken. Zo zijn er uiteenlopende biotopen gecreëerd, nat en droog, waar planten en dieren – en bezoekers – hun eigen gang kunnen gaan. Van een open speelweide aan de voorkant, via Paddenpoel en het arboretum in het midden, tot aan de natuur-‘uitrustplek’ achterin.

Zuurbes en rode bes
Achter de groentekassen van Wij Telen Groente is een fruittuin ingericht, en rondom het monumentale Huis ter Kleef liggen borders met wilde planten. Die trekken vlinders aan en bijen die in Haarlem thuishoren. Op de plek waar vroeger de gemeentelijke ‘zwelboompjes’ stonden – jonge, vaak exotische boompjes die nog moesten groeien – plantte de terreinwerkgroep een bonte verzameling inheemse struiken. Vogels en insecten plukken nu de vruchten van zuurbes, liguster, hazelaar, meidoorn en rode bes.

Zwanenbloem
Samen met de Schoterveenpolder aan de ene kant, en begraafplaats Kleverlaan aan de andere kant, vormt de Haarlemmer Kweektuin zo een waardevolle groenstrook in de stad waar van alles ademt, kruipt, vliegt, speelt, eet en slaapt. In de winter hebben de terreinvrijwilligers het rustiger, maar in de zomer gaan ze weer in waadpak de poelen en sloten in. Dat doen ze om het riet – dat welig tiert vanwege stikstof in de lucht – eruit te verwijderen. Karin: “Dan krijgt andere begroeiing weer een kans. Zoals zwanenbloem en waterlelie. Die komen hier spontaan op.

Ook de mouwen opstropen?
De terreinwerkgroep is op dinsdag, woensdag en vrijdag aan het werk in de Kweektuin. Drie keer per jaar zijn er terreinwerkdagen voor grote klussen. Daarbij is iedereen welkom die het leuk vindt om een dagje te planten, graven en sjouwen. Als beloning krijg je een heerlijke lunch. Meer info via vrijwilligers@haarlemmerkweektuin.nl

Tekst en foto’s: Johanna Hoogendam

‘Ik leer je jezelf te zien’

In de ontspanning bij Hallo Rust

“Duurzaamheid betekent ook: duurzaam omgaan met je lichaam,” zegt Martine Scheen (42), en ze glimlacht veelbetekenend terwijl ze de trap opgaat naar haar praktijkruimte. Hallo Rust heet haar healing- en coachingbureau, en het is te vinden in Huis ter Kleef, midden in de Haarlemmer Kweektuin. In haar knusse praktijk boven de studio van Yoga Innerwork helpt ze mensen met uiteenlopende vragen, variërend van een burn-out tot rouwgevoelens of piekergedachten. “Maar ook mensen met een concrete lichamelijke aandoening. Ik leer hen zichzelf te zien en te ontmoeten. En te luisteren naar de boodschap die hun lichaam voor hen heeft.”   

Seintje

Ze weet zelf hoe het is om niet naar je lichaam te luisteren. Na een auto-ongeluk, en een whiplash, bleef ze vijftien jaar kampen met restklachten. Alle gebruikelijke medische onderzoeken en behandelwijzen onderging ze, maar de pijn en vermoeidheid bleven. “Achteraf gezien was dat ongeluk voor mij een seintje van het leven. Het vroeg me eens goed te kijken naar mijn keuzes tot dan toe.”

Healing

Ze steekt kaarsjes aan in de praktijkruimte, het is er behaaglijk en het geurt naar massageolie. Het schuine dak boven het behandelbed geeft een beschut gevoel. Martine heeft een warme blik en stem en ze lacht veel, terwijl ze ongemerkt haar cliënt voorbereidt op de healing. “Zit je lekker, wil je je schoenen uitdoen? Nu mag je je ogen dichtdoen en diep ademhalen. Doe mij maar na.” 

Geschenk

“Je lichaam is zo wijs,” vertelt ze even later, “alleen moet je er opnieuw naar leren luisteren.” Zoals zij: ze studeerde Media- en Cultuurstudies, werkte jarenlang succesvol als communicatiestrateeg en organisatie-ontwikkelaar, maar had steeds minder energie. “Doordat ik nog niet wist hoe ik kon leren van de symptomen die ik ervoer, kreeg ik uiteindelijk een burn-out. Het bleek mijn grootste geschenk: nu moest ik dingen wel anders gaan doen.”   

Rust

Om tot rust te komen, volgde ze een massagetherapie-opleiding – een jeugddroom die tot dan toe onvervuld was gebleven. “Dankzij de massage kwam ik weer in contact met voelen. Toen ik daarna ook een meditatieopleiding volgde, ontdekte ik de waarde van echt rust nemen.” Ze maakte kennis met Tibetaanse meditaties en energetische healing. “Wauw! Toen voelde ik het. Hier wilde ik niet alleen zelf meer van leren, dit wilde ik ook delen met anderen.” 

Mix

Inmiddels helpt ze uiteenlopende mensen – ook kinderen. Telkens past Martine een andere mix aan therapeutische technieken toe: “Bij iedereen is het anders. Jij komt bij mij en ik voel.” Via – onder andere – yoga nidra, lichaamsgerichte therapie, Reiki en helende Tibetaanse meditatie begeleidt ze haar cliënten terug naar het grote geheel, het universele bewustzijn. “Je daar bewust van worden geeft innerlijke vrijheid. Om jezelf te zijn, je eigen leven te leiden. Je bewust te worden van je dromen en ze achterna te gaan.” 

Clinics

In de Haarlemmer Kweektuin voelt ze zich op haar plaats: “Het bruist hier, de mensen die hier komen leven bewust en staan open voor wat ik te bieden heb.” Naast coachings één op één, geeft ze clinics aan groepen uit het bedrijfsleven. “Dan vertel ik: alles op je pad is een uitnodiging om van te leren. Bij mij krijgt je lichaam de ruimte om je te vertellen hoe het met je gaat.”

Ook een energie-behandeling?

Soms is één sessie voldoende om weer met frisse moed verder te kunnen. Martine begeleidt ook mensen in ontwikkeltrajecten. Deze sessies worden vaak door de werkgever vergoed. Kijk op Hallo Rust (link naar www.hallorust.nl) voor meer informatie.

Groepssessies

Martine geeft clinics, Reiki-seminars en meditatiesessies voor groepen, bijvoorbeeld tijdens evenementen of teamdagen. Mail naar info@hallorust.nl of bel 06-412 595 55 voor meer informatie.

Tekst en foto’s: Johanna Hoogendam

‘Dit is een café met een missie’

Aan de koffie in het Kweekcafé

Regendruppels maken muziek op het glazen dak van het Kweekcafé in de Haarlemmer Kweektuin. Vaders en moeders, diep weggezakt in de banken, lezen hun peuters voor, of werpen een blik op de ochtendkrant terwijl hun kroost achter een houten brandweerauto aanwaggelt. Kastjes, tafels en stoelen hier zijn opgepoetst voor een tweede of derde leven. Planten ademen de sfeer van thuis, net als de door de tijd gekoesterde tapijten.

Hang-out voor de buurt

Het daglicht dat vanuit het hoge dak in de kas stroomt zorgt zelfs op deze bewolkte dag voor een gevoel van vrijheid. Misschien is dat het wel wat het Kweekcafé tot zo’n plezierige hang-out maakt voor buurtbewoners. Niet alleen jonge ouders, ook ouderen komen hier graag, voor een koffie of een biertje. Een vaste bezoekster op leeftijd maakt op eigen initiatief duurzame schoonmaakmiddelen voor het Kweekcafé.

Bewustzijn kweken

Eigenaar Maaike van Beusekom (43) is er blij mee. ‘Iets bijdragen aan de wereld’ is haar drijfveer. “Ik heb altijd al een plek willen creëren waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en waar bewustwording over de aarde kan groeien. Zo ontstond het idee voor dit ‘café met een missie’. We willen hier bewustzijn kweken, vandaar ook onze naam: Kweekcafé.”

Duurzame dromen

Hoogzwanger was Maaike, toen ze in 2016 een buurvrouw tegenkwam in de trein en met haar aan de praat raakte over haar duurzame dromen. Ze bleken allebei kleinschalige daghoreca te willen beginnen in de voormalige stadskweektuin, die toen net vorm kreeg als stadspark voor duurzaam denken en doen. “We wilden een podium voor de buurt zijn en een plek om het leven te vieren.” Een andere buurvrouw bleek ook geïnteresseerd en samen presenteerden zij hun plan voor het Kweekcafé. Met gastvrijheid in het bloed, maar zonder horecaervaring, rolden ze door de selectieprocedure. En al snel begon het te lopen. “Je creëert een plek. Mensen zien daar kansen.”

Kweekstraat

Zo wilden duurzame ondernemers wel een plekje in het Kweekcafé om hun holistische kapperszaak, duurzame kleding en tassen van restleer aan de man en vrouw te brengen. Een heuse ‘winkelstraat’ ontstond, waar ook het duurzaamheidsloket elke vrijdagmiddag antwoord geeft op vragen van huizenbezitters. En de Kweekstraat achter het cafégedeelte leent zich perfect voor exposities, vergaderingen en workshops.

Wentelteefjes

De sfeer in de kas en de uitgangspunten van het Kweekcafé trekken organisaties aan met sociale of groene doelen. “We willen een signaal afgeven dat het anders kan, en dat waarderen mensen. We gooien zo min mogelijk weg, bakken wentelteefjes van ‘oud’ brood en serveren appelsap uit kartonnen pakken van Appel van Opa. Zo proberen we op elk onderdeel zo duurzaam mogelijk te zijn.”

Cirkel

Maaike weet ook wel: in haar eentje – haar twee buurvrouwen gingen toch iets anders doen en de compagnon met wie ze het uiteindelijk allemaal verwezenlijkte, Brigitte Kool, stopte in 2018 – gaat ze de wereld niet redden. “Maar in je eigen cirkel kun je de mensen om je heen wél inspireren. Daar doe ik het voor.”

Ook zin in koffie en inspiratie?

Het Kweekcafé is geopend op maandag, woensdag, vrijdag, zaterdag en zondag van 9.30 uur tot 17.00 uur. Op dinsdag en donderdag is de ruimte beschikbaar voor vergaderingen. kweekcafe.nl

Kweekstraat

Heb je interesse om je als duurzaam ondernemer in de Kweekstraat te vestigen? Stuur dan een mail naar info@kweekcafe.nl en vertel over jouw missie.

Vacatures

Wil je werken in het Kweekcafé? Kijk dan voor actuele vacatures op de website van het Kweekcafé

Tekst en foto’s: Johanna Hoogendam en privébezit, 2022

‘Iedereen deelt in de overvloed’

In de kas van Wij Telen Groente op de Kweektuin

Op de grote tafel in de kas van Wij Telen Groente (WTG) liggen Spaanse waaiers: rode en zwarte met witte stippen. Het lijken vreemde attributen in deze groentekas op de Haarlemmer Kweektuin. Maar: “Je kunt het knap warm krijgen als je hier aan het werk bent”, lacht Joke Oosterbaan (59). 

Bio-dynamisch

Met half afgestroopte overall en zwarte handen wuift ze zichzelf wat koelte toe, nu ze even pauze neemt van het sperziebonen opbinden. Joke is een van de vier tuinders van WTG, daarnaast zijn er nog zes stagiairs werkzaam van de bio-dynamische landbouwopleiding in Dronten. Met daarbij nog eens honderd vrijwilligers zorgen zij er samen voor dat hier in de kas, en op het land van WTG in Haarlem-West, genoeg gezonde groente en fruit groeit voor bijna duizend Haarlemmers.

Pluk me

Vanmiddag is het nog rustig in de kas. Op het bord bij de schuifdeur schrijft een vrijwilliger wat de oogstdeelnemers deze week mogen oogsten: veertig wortelen, een grote venkel, doperwten, een krop sla en een andijvie. Met een meegebrachte tas struinen enkele deelnemers langs de bedden. Soms bukt er iemand om een knol uit te graven of een krop af te snijden die ‘Pluk me!’ lijkt te roepen. “Alles is van het seizoen”, vertelt Joke, terwijl ze tevreden rondkijkt in de goed gevulde kas. “En biologisch: van het begin af aan hebben we het SKAL-keurmerk.”

Zoet en crispy

Dat er geen bestrijdingsmiddelen op de groente en vruchten zitten, maakt dat oogsten al gauw proeven wordt. De doperwtjes, peultjes, en wortelen blijken vers geplukt onweerstaanbaar zoet en crispy. “In het weekend komen hier vaak gezinnen oogsten”, vertelt Annitta Bodegraven (62), die samen met haar man Erik de Keulenaar het initiatief nam tot deze bijzondere groentevoorziening. “Kinderen leren spelenderwijs hoe mooi de doperwtjes in hun peultjes groeien. Ze zien waar groente vandaan komt. En hoe een tomaat smaakt die in de volle grond en zonder haast is geteeld.” 

Overvloed

Tuinder Joke dieft intussen alweer de tomatenplanten, ze staan in lange rijen – een kleine duizend zijn het er wel. “Iedereen deelt in de overvloed”, vertelt ze, “als er meer is, krijg je als oogstaandeelhouder extra. Samen draag je ook het risico dat de oogst een keer kan mislukken. Dat er bijvoorbeeld een jaar geen sperziebonen zijn, zoals vorig jaar, toen de wolluis ze had aangetast.”

Vertrouwen

“Delen en vertrouwen, daar draait het om bij WTG”, vult Annitta aan. “De deur staat hier altijd open en je zet zelf een kruisje achter je naam als je je oogstaandeel mee naar huis neemt.” WTG is een sociale onderneming – als er geld overblijft na aftrek van kosten, vloeit dit terug in het bedrijf. Annitta: “Erik en ik zijn altijd idealistisch geweest, maar bij WTG zijn álle medewerkers gedreven om de wereld een beetje mooier te maken. En ook bij de oogstdeelnemers is dat bewustzijn gegroeid de laatste jaren. Met elkaar brengen we hier de overgang in praktijk naar een biologische, natuurvriendelijke landbouw.”

Annitta Bodegraven

Wil je komen oogsten bij WTG?

Voor € 320 per jaar deel je in de oogst uit de kas (2.000 m2) en voor € 285 van het land 23.000 m2). Op beide plekken samen groeien zo’n zestig verschillende soorten groente en fruit, plus kruiden. Voor dit jaar zijn alle oogstaandelen in de kas verkocht, maar op het land zijn nog wel enkele plekken. Voor de kas kun je je op de wachtlijst laten zetten. Kijk hier voor meer informatie.

Nu ook bloemen

Vanaf eind juni kun je ook biologische bloemen komen plukken op het land van WTG, aan de Pieter Wantelaan in Haarlem-West. Voor ongeveer € 10 mag je op zaterdagochtend een grote bos bloemen oogsten, óók als je geen oogstaandeelhouder bent.

Zin om mee te helpen bij WTG?

In de kas en op het land zijn nog gastheren en –vrouwen nodig, die de oogstaandeelhouders welkom willen heten. Meer informatie via info@wijtelengroente.nl

Tekst en foto’s: Johanna Hoogendam 2022

‘Hé, kikkerdril!’

Een lenteochtend in Paddenpoel

‘Wie komt een hut bouwen in Paddenpoel?’ vroeg Saskia Hollander (53) op de Facebook-pagina van de Haarlemmer Kweektuin. Die middag meldden zich een moeder met een kindje. Samen boorden ze gaten in de grond en groeven ze buigzame wilgentenen in, die weer zouden gaan bloeien als ze diep genoeg in de aarde werden geduwd. En in het voorjaar verschenen de eerste groene blaadjes al aan de ‘muren’: een levende hut!

Leren van kinderen

Saskia is dankbaar dat Paddenpoel er is: “Contact maken met kinderen, lekker scharrelen, samen spelen en ontdekken, pionieren: dat is het waar deze plek om vraagt.” Vanaf het begin werkt ze als vrijwilliger in de natuurspeeltuin, op de plek waar eerst de boomkwekerij was van de gemeente Haarlem. “Ik fietste hier vaak langs op weg naar mijn werk, en dacht: wat zou het leuk zijn als hier een speelplek kwam voor kinderen …

Ongeveer vijf jaar geleden was het zover, op initiatief van de buurt zelf. Moragh Rush van Speeling maakte het ontwerp.”

Paadjes voor peuters

Samen met Robin van Eeuwijk (24) én de vrijwilligers van de terreinwerkgroep van de Kweektuin houdt Saskia de woeste natuur in Paddenpoel begaanbaar. Zo zijn er hekjes gemaakt van resthout rondom het terrein; in zijn geheel beslaat het een vijfde van de Kweektuin. Er zijn paadjes voor peuters gekomen en een vlonder voor kinderen in een rolstoel. Vandaag strooien Robin en Saskia biologische mestkorrels over kale plekken in het gras. Nieuwsgierige kinderen mogen helpen met klusjes. Saskia: “Zo ontdekken ze zelf hoe je kunt zorgen voor de natuur.”

Uitdagend ontwerp

Er is geen toezicht in Paddenpoel, dat maakt dat kinderen en (groot-)ouders zelf verantwoordelijk zijn voor veiligheid en duurzaamheid. Saskia: “Het ontwerp is uitdagend: met veel water, spannende bruggetjes, heuvels en een deels diepe sloot. Grotere kinderen kunnen zich hier uitleven, maar voor de kleintjes is het oppassen geblazen.”

Voer voor eenden

“Hé kikkerdril!” wijst Saskia, en ze luistert of ze kikkers hoort kwaken. Uit de omgeving komen kikkers en padden vroeg in het voorjaar naar Paddenpoel om te paren. Er zijn ook reigers, libellen, vlinders, andere insecten, hagedissen, egels en vogels. De kroosvaren op het water is voer voor de eenden, die nestjes maken op het terrein en soms wel drie keer per jaar een legsel hebben. Paddenpoel betekent voor Saskia: ontspanning, genieten van het buiten zijn en het contact met bezoekers, groot en klein.

“Laatst zat ik hier, heel eenvoudig, graszoden te leggen. Een moeder maakte een praatje. ‘Ik word zó rustig als ik naar je kijk,’ zei ze.”

Kom langs!

Kijk hier voor de exacte openingstijden.

Helpen op Paddenpoel?
Stuur een e-mail naar vrijwilligers@haarlemmerkweektuin.nl voor meer informatie.

Tekst en foto’s door Johanna Hoogendam, 2022

‘Niks mooier dan delen’

Intussen in de duurzame voorbeeldwoning

Een paar maanden terug ging het mis: een kindje viel vijf meter uit een boom bij Paddenpoel. Parkbeheerder Linde van Ettinger (34) zag het vanuit haar huis midden in de Haarlemmer Kweektuin gebeuren. “Het enge was: het kindje huilde niet. Het bleef oorverdovend stil.”

Duizend bezoekers

Gelukkig liep het goed af. Wel was er een ambulance nodig, die Linde belde terwijl ze samen met de moeder wachtte en andere bezoekers van de Kweektuin op afstand hield. “Zo’n ongeluk als dit kan elke dag gebeuren, de Kweektuin telt op sommige dagen meer dan duizend bezoekers. Ik voel me als parkbeheerder verantwoordelijk, sta altijd ‘aan’, maar ik kan niet 24/7 aanwezig zijn en alles zien. Ook de bezoekers hebben de verantwoordelijkheid de Kweektuin veilig én mooi te houden.”

Voorbeeldwoning

Ze vertelt erover bij een kop thee in haar jaren-vijftig-dienstwoning in de Kweektuin. Voorwaarde om deze dienstwoning te mogen huren, was niet alleen dat Linde zestien uur per week vrijwillig parkbeheerder zou zijn, maar óók dat zij en haar echtgenoot Paul er een duurzame voorbeeldwoning van zouden maken. Een woning waar bezoekers van de Kweektuin inspiratie kunnen opdoen voor de verduurzaming van hun eigen huis.

Avontuur

Zo geschiedde de afgelopen twee jaar, sinds Linde en Paul het huis betrokken. Het bleek een flinke klus, omdat er veel achterstallig onderhoud was. “We lieten ons er niet door ontmoedigen, we waren al zo vaak gefascineerd langs dit huis gelopen als we in de Kweektuin een wandeling maakten met ons zoontje Tijmen. Paul en ik waren wel toe aan een avontuur.”

Overwoekerd

Tijdens het gesprek bonkt in de keuken een tweedehands wasmachine, gekocht bij kringloopwinkel Zolder023Linde, met een glimlach: “Als je hergebruik belangrijk vindt, leer je kleine ongemakken voor lief nemen.” Voor ze hier mochten gaan wonen, probeerden zij en Paul vaak naar binnen te gluren, vertelt ze. “Maar het huis was overwoekerd met klimop en de gordijnen zaten altijd dicht.”

Van G naar B

Hoe anders is dat nu: licht en ruimte overheersen. Dankzij vloer-, spouwmuur-, dakisolatie en dubbel glas ging het huis van energielabel G naar label B – een hele prestatie voor een vrijstaande woning uit 1954. Van ‘het gas af’ zijn ze nog niet; daarvoor is een investering nodig van de gemeente, eigenaar van het huis, in een warmtepomp en/of warmtenetaansluiting. “We hopen dat dit snel gaat gebeuren. Maar net als bij een eigen huis kan niet altijd alles in één keer.” 

Smoelen

Intussen is er veel planeet-vriendelijks te zien in huis, dat ook nog eens ‘aardig smoelt’, zoals Linde het formuleert. Met liefde voor ‘design’, ‘duurzaam’ en ‘lokaal’ zocht en vond ze unieke meubels en woonaccessoires van lokale ontwerpers en makers, zoals Juttersgeluk en Haarlems Hout  “Bezoekers zijn van harte uitgenodigd om een afspraak te maken om een kijkje te nemen. We zijn dankbaar voor dit plekje midden in het mooiste stadspark van Haarlem. Niks mooier dan het te delen, toch?”

Binnenkijken?

Het tv-programma BinnensteBuiten maakte een uitzending over de duurzame voorbeeldwoning.

Op www.haarlemmerkweektuin.nl/duurzamevoorbeeldwoning lees je wat Linde en Paul aan verduurzaming hebben gedaan en hoe ze dit bijzondere huis hebben ingericht.

Tekst en foto’s door Johanna Hoogendam, 2022

‘Help, pissebedden!’

Een zonnige herfstdag in de Springertuin

Net over de brug naar de Springertuin in de Haarlemmer Kweektuin hipt een roodborstje over het looppad. Zodra een vrijwilligster met bladschep en –mand nadert, vlucht de vogel weg tussen de knisperende, rode en gele bladeren. “We gooien niets weg hier,” vertelt beheerder Arjan de Pater (65) van Natuur en Milieu Educatie (NME) van de gemeente Haarlem. “Al het blad op de paden vegen we de borders in, of we brengen het naar de composthoop. Met droog weer kun je het makkelijk opvegen. Zodra het regent, wordt het bagger, en dan glijd je erover uit.”

Kabouter Karel

Met soepele pas – je zou niet zeggen dat hij over anderhalf jaar met pensioen gaat – wijst Arjan op Karel, één van de houten kabouters in de Springertuin. De roodgemutste paaltjes zijn hier geplaatst om jonge Haarlemmers natuurbewust te maken. “Veel kinderen kennen de kabouters bij naam”, vertelt Arjan, “en willen ze allemaal begroeten.” Zo trippelen de kleintjes ongemerkt de hele Springertuin door van tienduizend vierkante meter. En raken spelenderwijs bekend met de grote variëteit aan bomen, planten en dieren die hier leeft.

Op adem komen

Voor papa of mama is zo’n wandeling een onthaastmoment – win-win zou je zeggen. Maar begin 2021 moest de Springertuin drie maanden op slot om op adem te komen. De paden waren platgetreden, en erger: men liep er ook buiten. Daardoor kwam de grote biodiversiteit – juist zo waardevol aan de Springertuin – in het nauw.

Instructietuin

In plaats van recreatief wandelpark zou de Springertuin dan ook vooral een educatief nut moeten hebben, vindt Arjan. Bijna zijn hele werkzame leven wijdde hij aan de tuin, en hij deed er alles aan om deze zo levendig en gevarieerd mogelijk te maken. “Zo heeft Leonard Springer, directeur van de gemeentelijke groendienst begin vorige eeuw, de tuin ook bedoeld toen hij hem in 1910 aanlegde. Als een instructietuin voor schoolkinderen en hoveniers die het gemeentegroen onderhielden.”

Stronk optillen

In de geest van Springer kwam er onder Arjans bewind een ‘beestjestuin’, met paden omlijst door boomstronken. Onder elk ervan schuilt een zes- of achtpotig universum. “Als we hier een klas kinderen rondleiden, mogen ze allemaal zo’n stronk optillen en een diertje vangen. Dat levert eerst een hoop gegil op: help, pissebedden! Maar aan het einde van de les spelen de kinderen met hun vondsten. En voor ze weer naar huis gaan, laten ze alle beestjes vrij.”

Duivelswandelstok

Van de beestjestuin gaat Arjan voor naar de ruïne, langs een imposante treurwilg en veel exoten, zoals glanzende bamboe, driebladige citroen (Poncirus) en duivelswandelstok (Aralia elata). De laatste ‘wandelt’ via een ondergronds wortelstelsel met grillige stammen door de tuin. “Het blad is zó groot!” vertelt Arjan en hij spreidt zijn armen wijd, zijn ogen stralen. Genoeg te ontdekken in de ruim honderd jaar oude Springertuin. Educatief of recreatief: zo lang je de biodiversiteit maar koestert.

Kom langs

Kijk op www.haarlemmerkweektuin.nl/contact voor de openingstijden van de Springertuin.

Natuur en Milieu Educatie

Ook met de klas naar de Springertuin? Neem contact op met Natuur en Milieu Educatie (NME) van de gemeente Haarlem: 023-511 4702, nmeactiviteiten@haarlem.nl of neem een kijkje op www.haarlem.nl/nme/

Tuinwerk

De Springertuin wordt onderhouden door een team van acht vrijwilligers. Vind je het leuk om mee te helpen? Neem contact op met nmeactiviteiten@haarlem.nl

Tekst en foto’s door Johanna Hoogendam, 2021

‘Ik denk dat nachtvlinders bang zijn voor licht’

In het donker op de Kweektuin

Om nachtvlinders te tellen, moet je vroeg je bed uit. Om half zeven ’s morgens, nog voor het licht wordt, inspecteert bioloog Dik Vonk (73) de vlindervangkist voor de Springertuin. Gisteravond plaatste hij die kist hier, op een geleend tafeltje van het Kweekcafé, met een oud gordijn erover. Bovenop de kist staat een UV-lamp van driehonderd Watt. Dat geeft zulk fel licht, dat niet alleen nachtvlinders die in de Kweektuin wonen erop afkomen, ook ‘overvliegende’ exemplaren. En dat is waar Dik zo benieuwd naar is: “Of er hier in de stad ook specialistische soorten uit de Kennemerduinen langskomen.”


Bijna teder

Over enkele minuten komt de zon op, dan kan het tellen beginnen. Met behulp van een mijnwerkerslampje op zijn voorhoofd spot Dik een eigenwijze nachtvlinder die wel op het licht is afgekomen, maar in de plooi van het gordijn is blijven zitten. Bijna teder vangt Dik het diertje in een plastic potje en stopt het in zijn binnenzak. “Er zijn er nu eenmaal altijd een paar die zich niet aan de regels houden,” grijnst hij.

Heks

Al acht jaar, sinds zijn pensionering als stadsecoloog, telt Dik elke drie weken nachtvlinders, het hele jaar rond, zowel in de Kennemerduinen als in de Kweektuin. De nachtelijke fladderaars fascineren hem: “Er is nog zo weinig onderzoek naar gedaan.” Waarom nachtvlinders naar het licht vliegen bijvoorbeeld? Men weet het niet. Dik heeft er zelf iets op bedacht: “Ze zijn bang voor licht, en gaan eropaf zoals kleine kinderen onder het bed kijken omdat ze daar een heks vermoeden. Eenmaal dicht bij de lamp, raken de nachtvlinders in paniek en vallen in de vangkist.”

Klamboe

De lamp gaat uit en behoedzaam legt Dik een theedoek in de opening van de vangkist. Dan drapeert hij een klamboe over de kist, en vouwt het gordijn eromheen, alvorens het gevaarte voorzichtig op te tillen en naar de lege kas tegenover de Springertuin te dragen. Op een goede nacht, vertelt hij, zitten er driehonderd dieren in de kist, zo’n vijftig tot tachtig soorten. Het is een fractie van de ruim tweeduizend soorten nachtvlinders die er voorkomen in Nederland. Maar het is toch geen slechte score voor een stadstuin.

Mysterie

Nu, in het najaar, zal hij er minder in de kist aantreffen. Maar zelfs in de winter zijn er nachtvlinders, zoals de kleine wintervlinder, die haar eitjes legt op kale takken. “Sommige nachtvlinders kunnen kilometers vliegen, en van enkele soorten weten we dat ze elk najaar naar het Middellandse Zeegebied vliegen. Maar hoe of wat precies? Het blijft een mysterie.”

buxusmotten

Zeldzaam

Bij het uitpakken vanochtend blijkt er zo’n trekvlinder in de kist te zitten: een satijnlichtmot, met witte, bijna transparante vleugels, ragfijn omlijst met een gouden rand. Dik is opgetogen, en meer nog als hij de nachtvlinder uit zijn binnenzak – die op het gordijn zat – tevoorschijn tovert. Het blijkt een zeldzame nazomeruil, die bijna alleen in de Hollandse duinen voorkomt. In totaal telt Dik 48 nachtvlinders in de vangkist, van elf verschillende soorten, waaronder huismoeders, buxusmotten, zwarte c-uilen en stofuilen. Straks zal Dik ze allemaal weer vrijlaten. Maar niet voordat hij ze gefotografeerd heeft en gemeld op waarneming.nl.

Uil, mot of nachtvlinder?

Kleine nachtvlinders worden ook wel ‘mot’ genoemd, of ‘micro’. Grote nachtvlinders heten ‘macro’s’. Soms verwijst de naam naar de plant waar de nachtvlinder haar eitjes op legt, soms ook naar een uiterlijk kenmerk. Zo heeft de pijlstaartvlinder een pijl op de staart en de taxusspikkelspanner altijd uitgevouwen (‘uitgespannen’) vleugels. En de ‘uiltjes’? Die vouwen hun vleugels als een dakje boven hun hoofd en lijf.

Ook nachtvlinders tellen?

Meld je op zaterdagavond 16 april 2022 om 21.00 uur bij witte hek van de Kweektuin. In 2022 is de Nationale NachtvlinderNacht op 1 en 2 juli. Dan kan men op verschillende plekken nachtvlinders zien in de late avond: vlinderstichting.nl/nachtvlindernacht

Word lid van de KNNV

Dik Vonk maakt deel uit van de werkgroep nachtvlinders van de Haarlemse afdeling van de KNNV, de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. Geïnteresseerd in het werk van de KNNV, of wil je als vrijwilliger meehelpen met tellen? Kijk op https://haarlem.knnv.nl

Tekst en foto’s door Johanna Hoogendam, 2021

Uitgelicht


Blogs:

repaircafé  
tas   pluche   wunderkammer  yogahouding   duurzaamheid  natuurkapper   terreingroep   healing  kweekcafé   groente   paddenpoel  voorbeeldwoning   springertuin  nachtvlinders 


Foto’s: Demi Koen, Liesbeth Groot, Johanna Hoogendam